Hoe implementeer ik permanente evaluatie met TALENT?

Naast de toetsen aan het einde van het thema, voorziet TALENT een aantal observatiefiches, evaluatieformulieren, communicatiemodellen en schrijfkaarten die je kan inzetten voor onderdelen die vallen onder permanente evaluatie (schrijven, spreken, lezen, luisteren…).

 

Alle onderstaande documenten kan je downloaden via de module “Toetsen, remediëren en verrijken” op Bingel.

Materialen voor de leerkracht

 

Observatiefiches (schrijven en spreken)

 

Voor goed taalonderwijs is het noodzakelijk om de productieve opdrachten van de leerlingen op regelmatige basis in kaart te brengen en hun vorderingen op te volgen. Met onze observatiefiches kan je de evolutie van elke leerling inzichtelijk maken.

 

Bij het werken met een observatiefiche focus je niet op het eindproduct, maar vooral op de weg ernaartoe en op de (deel)vaardigheden die nodig zijn om tot het eindresultaat te komen. Met onze observatiefiches krijg je ook (meer) inzicht in de talige, emotionele, cognitieve, sociale en motivationele factoren. Ze vormen dus het uitgelezen instrument om het leerproces van de leerlingen te ondersteunen en bij te sturen.

 

 

 

Evaluatiefiches (schrijven, spreken en lezen)

 

Wie breed evalueert, zal gebruikmaken van verschillende soorten evaluatie. Elke evaluatievorm brengt andere aspecten van het leerproces in kaart. Het observeren is één van de mogelijkheden. Een evaluatiefiche helpt je om het observeren planmatig uit te kunnen voeren.

 

Onze evaluatiefiches bieden heel wat voordelen:

 

  • Een evaluatiefiche brengt meer dan alleen taalkennis in kaart.
  • Mogelijk om meer personen te betrekken bij het evalueren (bv. een leerkracht, logo…).
  • Je krijgt een zicht op de dagelijkse taalhandelingen van leerlingen.
  • Er wordt minder tijd gespendeerd aan het toetsen.

Communicatiemodellen (schrijven, spreken, luisteren, lezen)

 

Voor schrijven, spreken, luisteren en lezen bieden we ook specifieke communicatiemodellen aan. Ze hebben als doel om de volledige communicatie te observeren. Dit doen we aan de hand van 9 vragen.

 

Zo kan je ze op elke communicatiesituatie toepassen en ze gebruiken om een taalhandeling voor te bereiden, te begrijpen en te evalueren. Zo bekijk je het taalgebruik altijd in zijn totale, reële context.

 

De 9 vragen zijn de volgende:

 

  1. Wie is de zender?
  2. Wat is de boodschap?
  3. Waarover gaat de boodschap?
  4. Wie is de ontvanger?
  5. Wat is de bedoeling van de communicatie?
  6. Hoe wordt er gecommuniceerd?
  7. In welke situatie wordt er gecommuniceerd?
  8. Wat is het kanaal?
  9. Wat is het effect?

Materialen voor de leerling

 

Om leerlingen te ondersteunen bij het uitvoeren van verschillende schrijfopdrachten, beschikken we over een aanbod aan hulp- en (zelf)evaluatiebladen per tekstsoort. Deze bieden we aan voor het schrijven van een brief, artikel, instructie, e-mail, uitnodiging, verslag en verhaal.

 

Bovendien kunnen de leerlingen de kaarten, net zoals ze gewoon zijn vanuit het taalschrift, ook als checklist gebruiken om te kijken of hun opdracht wel voldoet aan alle afspraken.