Wat is het voorstel voor curriculumdifferentiatie en hoe werkt het in Reken Maar!?

Wanneer de oefenmaterialen, ondanks het toepassen van de REDICODIS-maatregelen, nog steeds onvoldoende aansluiten bij de rekenmogelijkheden van de leerling, biedt Reken Maar! vanaf het vierde leerjaar een voorstel tot curriculumdifferentiatie aan. Zo stem je het aanbod van wiskunde nog meer af op de mogelijkheden van de rekenzwakke leerling.

Voorstel voor curriculumdifferentiatie

 

Reken Maar! geeft per basisles aan welke oefeningen je eventueel kunt weglaten zonder dat de beoogde eindterm(en) in het gedrang komen. We baseerden ons hiervoor op het verschil tussen de eindtermen en de leerplannen.

 

 

Decretale eindtermen  Dit zijn de minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor onze leerlingen. Hiermee wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Om het getuigschrift lager onderwijs te behalen, moet een leerling op het einde van het zesde leerjaar minstens de eindtermen bereiken.
Koepelgebonden leerplannen  De decretale eindtermen worden geconcretiseerd en uitgewerkt in verschillende leerplannen. De  opgenomen leerplandoelen en leerlijnen zijn bedoeld als te zetten stappen om de eindtermen te behalen. Een leerplandoel gaat vaak verder of wordt meer geconcretiseerd dan de eindterm. Sommige oefeningen kunnen dus weggelaten worden omdat het gekoppelde leerplandoel meer vraagt dan de eindterm.

 

In de handleiding hebben we bij elke les op de achterzijde van de REDICODIS-pagina de eindtermen opgelijst. Zo heb je als leraar onmiddellijk een duidelijke kijk op de decretale minimumdoelen.

 

 

 

Vervolgens geeft Reken Maar! per basisles aan welke oefeningen je eventueel kunt weglaten zonder dat de beoogde eindterm(en) in het gedrang komen. De oefeningen die behouden blijven, focussen op het behalen van de eindtermen.