Poëzieweek - leerjaar 1

Ook in de poëzieweek van 2025, die start met gedichtendag op 30 januari, hebben we weer heel veel poëzieplezier voor jullie in petto.

 

Ontdek onze 5 fijne raadgedichten om samen met je klas in te duiken en je fantasie op los te laten. Daar bovenop geven we je nog eens 5 fantastische didactische suggesties om poëzie in je klas te brengen.

Poëzieweek 2025

Poëzieweek 2025

Met de gedichtendag van donderdag 30 januari start de Poëzieweek. Tot en met woensdag 5 februari loopt poëzie in de kijker. Wij helpen je graag de mooiste en de grappigste gedichten in de klas te brengen.

 

Doe mee met onze poëzieraadsels, bedenk elke dag met je klas het ontbrekende woord en stuur het in via het antwoordformulier.

 

Hoe werkt het?

  1. Op deze pagina vind je alles wat je nodig hebt om deel te nemen aan de poëzie-actie voor het eerste leerjaar. Geef je les in leerjaar 2, 3, 4, 5 en/of 6 en wil je ook graag deelnemen, surf dan naar www.talentvoortaal.be/poezie.
  2. De link naar de 5 raadselgedichten voor elke schooldag van de Poëzieweek vind je hieronder. De gedichten zijn van de hand van Geert de Kockere (verschillend voor leerjaar 1, leerjaar 2-3 en leerjaar 4-5-6). Druk de poster af en hang hem op in je klas of projecteer het gedicht op je klasbord.
  3. In elk gedicht ontbreekt 1 woord. Lees en bespreek het gedicht, en denk samen met je leerlingen na over het ontbrekende woord.
  4. Stuur jouw oplossing in via het antwoordformulier.
  5. Tegen de volgende ochtend staat de oplossing met extra uitleg hieronder. Die kan je dan samen met je leerlingen bekijken voordat je weer aan een nieuw raadselgedicht begint. Voor wie de hele week deelneemt en voor de vijf gedichten een woord instuurt, hebben we nog een leuk poëziegeschenkje in petto!

Tip

Smaakt dit naar meer? Je krijgt bovendien extra didactische suggesties om een hele week creatief aan de slag te gaan met poëzie. Die vind je terug op de sectie met de didactische suggesties.

We wensen jullie heel veel poëzieplezier en kijken uit naar jullie inzendingen!

Naar het antwoordformulier van leerjaar 1

Themaposter 'lijfelijkheid'

Het themagedicht werd speciaal voor de poëzieweek 2025 geschreven door Geert De Kockere. Katrien Claes illustreerde het op meesterlijke wijze.

 

Elke school krijgt in januari 3 themaposters toegestuurd om poëzie zichtbaar te maken in de school. Wil je hem ook in je klas ophangen? Dan kan je hem hier downloaden en afdrukken op A3-formaat.

Download de themaposter

Gedichtenposters

Poezieweek 2025 - Gedicht Kist

Gedicht dag 1

Poezieweek 2025 - Gedicht Letters

Gedicht dag 2

Gedicht

Gedicht dag 3

Poezieweek 2025 - Gedicht Zebra

Gedicht dag 4

Poezieweek 2025 - Gedicht Lezen

Gedicht dag 5

Download de 5 posters samen

Didactische suggesties

We bieden je 5 didactische suggesties die je helpen om poëzie in je klas te brengen. Zet ze in tijdens de poëzieweek of hou ze bij om er op een ander moment mee aan de slag te gaan.

 

We wensen je er heel veel plezier mee!

Download de didactische suggesties

Antwoorden

Elke dag van de poëzieweek verzamelen we de antwoorden van alle eersteklassers die meedoen aan de raadgedichten.

 

Je vindt het volledige gedicht hieronder terug én een greep uit de inzendingen. Altijd leuk om er met je leerlingen de dag nadien nog eens over na te praten …

 

… en dan opnieuw aan de slag te gaan met het volgende gedicht.

 

Onze raadgedichten zijn geïnspireerd op www.raadgedicht.nl.

Gedicht dag 1

Kist

 

Op zolder staat een kist
met een hoed
en een jurk
en een pruik
en een jas
en een broek
en een schoen
en een sjaal
en wat-weet-ik-allemaal.

En trek je alles aan,
van de hoed tot de sjaal,
dan word je
wie-weet-ik-allemaal.

 

Geert De Kockere

wat hebben aap en ik plezier gehad vandaag. gedichtendag! de mooiste dag van het jaar.

 

en wat zijn we trots!

 

een woord was weg uit dat mooie gedicht ‘kist’.

en jullie gingen samen op zoek. heel fijn!

 

de woorden die jullie vonden waren super! soms grappig. soms een beetje gek.

zo zei een klas: en een sjaal en barbecuehandschoenen. daarmee moesten aap en ik lachen.

of: en een sjaal en glittersokken. dat was zo goed gevonden.

of deze: en een sjaal en ook die andere schoen. dat vond aap heel goed bedacht! want die bedenkers hebben echt rekening gehouden met de rest van het gedicht!

aap en ik vonden deze de leukste: en een sjaal en een smile. want dat is waar, zegt aap, je bent pas echt aangekleed met een brede glimlach op je snoet.

 

er waren klassen die het echt koud hadden en vooral de warme dingen gingen opzoeken: trui, handschoenen, wanten, mutsen

 

er waren klassen die gingen rijmen: en een sjaal en en-wat-nog-allemaal of een fruitschaal of een juwelenkist vol pracht en praal.

dat was heel slim, vond ik.

 

nog een leuke: de rode hoge hakken van oma, een t-shirt met hartjes of een roze bril. jullie lieten zien dat in poëzie echt bijna alles kan. mooi!

 

toen aap ging raden (of had hij stiekem gespiekt?) vond hij het woord wat-weet-ik-allemaal. dat moest het ook zijn. vooral op het einde van het gedicht begrijp je waarom dit zo goed past. met wat-weet-ik-allemaal kan je wie-weet-ik-allemaal worden. één klas zat er heel dicht bij met en-wat-nog-allemaal.

 

 

dank je wel voor al die mooie woorden.

ik kan niet wachten om naar bed te gaan.

dan is het sneller morgen.

en dan komt er een nieuw gedicht. Joepie!

doen jullie ook weer mee?

 

knipoog,

 

hup

Gedicht dag 2

Neem wat letters,
zet ze bij elkaar
en je krijgt een woord.

Maak wat woorden,
zet ze na elkaar
en je krijgt een zin.

Maar ook vaak onzin.

 

Geert De Kockere

aap was niet te stoppen. sinds vrijdag denkt hij dat hij een dichter is.

hij loopt te rijmen, heel de dag.

hij doet van ‘hup, ben je blij? kom dan maar bij mij. wil je niet? dan ben je een kwiet.’

en dan valt hij om van het lachen. die aap, toch.

ik denk dat hij nog wat moet oefenen.

 

oefenen, dat moet voor jullie niet.

de woorden die jullie hebben bedacht waren echt heel goed.

aap was wat jaloers. hij zei het niet. maar ik zag het aan zijn snoet.

 

onzin, dat was het juiste woord.

dat werd door wel 30 klassen juist geraden! knap gedaan!

 

heel veel klassen hadden een verhaal geraden, in alle mogelijke combinaties: een spannend verhaal, een grappig verhaal, een torenhoog verhaal, een verhaal met een gouden diamanten draak, of (en dat herkenden hup en aap van gisteren nog) het verhaal van oma haar hoge rode hakken erin.

 

er waren klassen die dachten dat je met veel woorden na elkaar wartaal maakt, of nonsens of kletspraat.

 

veel vrienden bedachten echt mooie woorden! en dan waren aap en ik heel fier!

want voor sommige eersteklassers eindigen veel woorden na elkaar in een zeemeerminnenvin of een gedicht (ja waarom niet in deze poëzieweek!).

 

dit was de aller-allermooiste:

een briefje voor je liefje

ik heb die gekozen. die vind ik heel lief en die rijmt ook zo heerlijk.

 

toen ik ging slapen lag er een briefje op mijn bed. van aap. en kijk hoe mooi:

 

aapje aap

heeft een vriendje

dat is hup

en telkens aapje aap

met dat vriendje spelen wil

wil dat vriendje ook

 

schrik dus niet

als je aapje aap

en dat vriendje

(ja, die hup)

samen aan het rijmen ziet

 

mooi, hè.

 

tot morgen, zonder zorgen (oh! ik kan het ook).

 

hup

Gedicht dag 3

Ben je blij?
Roep dan luid:
Joepiejei!

 

Ben je bang?
Roep dan luid:
Benniebang!

 

Ben je boos?
Roep dan luid:
Stomme doos!

 

Ben je stout?
Roep dan niks.
Sssst, stil, af.
Anders krijg je straf

 

Geert De Kockere

goed en slecht nieuws heb ik. dat zei aap.

 

begin maar met het goede, zei ik.
aap zei: zo veel prachtige woorden, vandaag. echt! je moet eens kijken …
ik keek. en ja, hoor. aap had helemaal gelijk. schit-te-rend!

 

en het slechte nieuws? vroeg ik dan.
hm. zei aap eerst.
komaan, aap. zeg het maar.
hm. na vanavond zitten we al over de helft. dan maar twee dagen meer. en aap keek heel triest.

 

aapje, toch, zei ik. komaan. we mogen onze vriendjes niet teleurstellen. naar het gedicht van de dag!
ik las het Ra, ra, ra gedichtje aan aap voor. die begon meteen weer te lachen. gelukkig!

 

en toen we naar jullie woorden keken werd zijn glimlach nog veel breder.

er zat een klein en verrassend woordje verstopt in het gedicht: niks. het is inderdaad beter om niks te roepen als je stout bent … dat heb ik eens gevoeld. ik riep een heel lelijk woord naar aap, die naast mij in de klas zat. en ja, hoor, voor je het wist stond ik op de gang (met tranen op mijn wang …)

 

aap en ik moesten hard lachen met wat jullie roepen als jullie stout zijn: stomme kippenbout, roep dan luid: ‘eet frietjes met zout’, roep dan luid: ‘jij bent stokoud’ (dat was hopelijk niet tegen de juf of meester), ’t is jouw fout, tisniemijnfout …  wat een fantasie in zo’n boze bui! en de woorden rijmen op ‘stout’ waardoor ze helemaal kloppen in het gedicht.

 

één klas stuurde ons de slimste vondst: oeps, ik ben fout! als je dan al gaat roepen is dat inderdaad het slimste wat je uit je mond laat ontsnappen. en na sorry, schattebout hoef je misschien ook geen schrik te hebben 😉

 

toen aap deze woorden voorlas kreeg ik de slappe lach: pief poef paf en lawaaierig drolletje. grapjassen!

 

aap en ik wilden het mooiste woord uit de lijst kiezen. en daarover waren we het direct eens. we vinden fluisterstil heel mooi passen. het rijmt niet maar klinkt wel heel mooi. en misschien moeten we allemaal wel oefenen in fluisterstil roepen! ik denk dat de dichter (Geert De Kockere) stiekem een beetje jaloers is op jullie talent! jullie zijn echt wel toppertjes.

 

oei. aap wordt terug droef.
nog maar twee dagen.

 

doen jullie extra hard je best, dinsdag?
voor aapje?

 

tot morgen, hoor.

 

dikke knuffel,

 

hup.

Gedicht dag 4

Wist je dat zebra’s
bang zijn dat ze
zomaar in slaap zullen vallen?
Tijdens het grazen
of bij het eten van bitterballen.

 

Daarom hebben ze altijd
als ze liggen én als ze staan,
van ’s morgens tot ’s avonds
hun pyjama’s aan.

 

Geert De Kockere

aap zit een beetje te mokken. aap kijkt sip. hij zegt: als ik morgen wakker word is het echt de allerlaatste dag. de allerlaatste keer woordjes lezen en blij worden.

 

ik vertel aan aap dat jullie net het woord in zijn lievelingsversje hebben moeten raden. dat mooie gedicht over die zebra’s in pyjama. aap lacht een beetje. maar kruist dan weer zijn armen, kijkt boos voor zich uit en zegt: ik ga straks niet slapen. dan wordt het lekker ook geen morgen.

 

aa-aap. zeg ik. de woordjes die de vrienden stuurden zijn echt wonder-wondermooi.

 

aap kijk even vragend op maar zeurt dan wat verder: en als het ook geen morgen wordt dan stopt de poëzieweek ook nooit!

 

aa-aap. aapje!? wat vind je zebra’s die de banaan van Daan eten? (hopelijk had Daan nog iets anders bij in zijn lunchzakje)
huh? vraagt aap.

 

of hier: een zebra koeienvlaai, of frietjes met ketchup en hamburger.
maar, hup, dat kan niet! zegt aap. zebra’s die eten toch geen frietjes? ze eten bitterballen! dat heeft Geert De Kockere me zelf gezegd! dat woord past in het gedicht.
en voor hij het weet zit hij naast me, jullie prachtwoorden mee te lezen.

 

oh, oh, zebra’s eten zebrakoek of strepen. dat vind ik mooi, want streepjesbeestjes eten streepjeslekkers. en appelblauwzeegroen gras. da’s nog mooier. en butternutpompoenen. of Zweedse IKEA ballen; die is supergrappig en rijmt ook nog eens op ‘vallen’. en deze: knapperige snoepblaadjes. hup, de woorden zijn mooier dan mooi! ze zijn magisch!

 

dat weet ik toch, aapje, zeg ik. het zijn ook magische kinderen, hoor, die van het eerste leerjaar!

 

kijk, want vind je van deze zebramaaltijd: slaapgras (dan kunnen ze zo hun bedje in).

 

en wat denk jij, aap? wat eten zebra’s volgens jou?
ik denk dat zebra’s ‘verdrietballen’ eten. weet je waarom, hup? omdat ik zelf ook wat traantjes voel …

 

aap en ik kijken elkaar aan en glimlachen. wat worden wij gelukkig van jullie poëzie.

 

dank je wel!

 

dikke zoen,

 

hup en aap